Snoei rozen bij voorkeur omstreeks half maart, als de knoppen gaan uitlopen. Latere snoei, als het blad al is verschenen, betekent voor de struik onnodig energieverlies. Een goede snoeibeurt bevordert de groei- en bloeikracht, zorgt voor meer lucht en licht in de plant en houdt de plant jong.
Snoei deze terug tot zo'n 10-20 cm boven de grond. Knip van krachtig groeiende struiken, na het eerste jaar, slechts eenderde van de takken af.
Snoei deze de eerste jaren liever niet teveel. Komen na enkele jaren teveel takken uit de grond, knip er dan eventueel een paar bij de grond af. Snoei van stevige hoofdtakken eenderde en van zwakke takken tweederde af. Wordt de struik na enkele jaren te oud, knip hem dan terug tot 10-15 cm boven de grond.
Deze rozen hebben geen snoei nodig. Verjong ze alleen als het nodig is door alle takken tot 10-15 cm boven de grond terug te knippen.
Het mooiste is ramblers vrij te laten groeien. Snoei alleen als ze teveel ruimte innemen en als verjonging nodig is.
Laat de hoofdtakken de eerste drie jaar ongemoeid, knip alleen de zijtakken van de hoofdtakken die het jaar daarvoor hebben gebloeid terug tot op 3-8 cm. Verjong oudere planten door af en toe een oude hoofdtak tot op 15 cm terug te snoeien.
De snoei van stamrozen is hetzelfde als bij grootbloemige en trosrozen, maar dan uiteraard vanaf de stam.
Knip uitgebloeide bloemen weg om nieuwe bloei te bevorderen; bij rozen die eenmalig bloeien is dit niet nodig. Laat ook bottelrozen ongemoeid, anders ontstaan er geen bottels.
Tot eind juli, na de eerste bloei, kunt u bij te grote, lelijke of zieke rozen nog vormsnoei toepassen. Knip de struik hierbij hooguit tot eenderde terug.
Snoei rozen in de herfst nooit terug maar kort eventueel hoge rozen wat in om windschade te voorkomen.